Op 15 april 1946 reden de eerste wegenwachten op de weg. Op een Harley Davidson met een zijspan vol gereedschap gingen zij op zoek naar automobilisten met pech.
Dit was meteen een enorm succes en werd het aantal van motoren verhoogd naar 25. Eind jaren vijftig maakten de Harley Davidsons en BSA’s plaats voor het eerste wegenwachtvoertuig: De Citroën AZU.
Naast de voertuigen kwam in 1960 het eerste wegenwachtstation: Pauwmolen. Dit wegenwachtstation stond in verbinding met de praatpalen aan de snelweg tussen Den Haag en Amsterdam. Vanaf 1966 kwamen er praatpalen langs alle autosnelwegen.
Het huidige wagenpark van de Wegenwacht is heel gespecialiseerd en heeft door de jaren heen een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Waar jaren geleden de trekstang een nieuwe manier was om auto’s weg te slepen, rijden er nu bussen rond met een complete lepelinstallatie in de achterbak.
Het wagenpark van de Wegenwacht
